Reglement Optocht Hoeven – versie 7-11-2017
1. Categorieën en Afmetingen
1a. Categorieën
Kinderen t/m groep 8 van de basisschool
- Individuele
- Kleine groep t/m 6 personen
- Grote groep vanaf 7 personen.
Volwassenen
- Individuele
- Kleine groep t/m 6 personen
- Grote groep vanaf 7 personen
- B wagen
- A wagen
1b Afmetingen
B Wagen: Minimaal 4m, maximaal 6m lengte en/ of
Minimaal 4m, maximaal 5m hoogte, dient B-wagen waardig te zijn, de optochtcommissie kan een inschrijving die niet voldoet aan bovenstaande eisen ten alle tijden aanpassen en de creatie indelen in een andere categorie. Trekstel: 4 meter lengte, 3 meter hoogte
Geen aanhangsel behalve een aggregaat
A Wagen: minimaal 6 meter lengte en / of minimaal 5 meter hoogte, max. hoogte 11 meter. Max. 3, 50 meter breed tussen de hoogte van 5, 50 meter en 6, 50 meter, daarna is de afmeting vrij. NB. dit zijn maten die tellen voor de wagen.
De maten van de wagen kan door de carnavalsstichting tijdens de optocht digitaal worden gemeten. Bij afwijking van de hoogte wordt dit na de optocht gelijk gemeld bij de deelnemer en een puntenmindering van 10 punten gegeven van het totale aantal punten van de jury.
2. Toelating in de optocht
a. Een club die met hun creatie in een ander dorp of stad deelnemen worden niet toegelaten in de optocht.
b. Creaties die meerijden in de optocht mogen alleen in Hoeven rijden.
c. Uitzondering hierop zijn de kinderen van de basisschool die meegereden hebben in de kinderoptocht en ook deelnemen aan de optocht op Dinsdagmiddag.
d. Deelname van clubs buiten Hoeven is niet toegestaan.
e. Geen reclame in de optocht
3. Veiligheid
De Bouwers zijn verantwoordelijk voor hun creatie. Zij zijn de eindverantwoordelijke voor zowel hun wagen en het publiek in de nabijheid van hun wagen tijdens het trekken van de optocht.
Motorvoertuigen die de creatie voortbewegen en /of in de creatie worden gebruikt moeten een eigen WA-verzekering hebben. Dit geldt ook voor de voertuigen die tijdens het opbouwen en afbreken worden gebruikt.
Op last van de brandweer/gemeente is het inbouwen van aggregaten in de hoofdwagen niet toegestaan. Deze aggregaten dienen achter de hoofdwagen gekoppeld te zijn en snel los te koppelen. Als de aanhanger met aggregaat wordt ingebouwd ter verfraaiing van het geheel, moeten ook deze aggregaten op een voldoende en op deugdelijke manier zijn afgeschermd (minimaal 30 cm rondom ) , onderzijde en bovenzijde open om brand te voorkomen.
De opening moet minimaal een opening hebben van 1.5 m2.
Als er boven de opening een creatie gebouwd wordt dient deze op minimaal 30 cm boven de ombouw van het aggregaat te beginnen , zijnde dat er geen overhangende delen mogen bevinden die de open luchtruimte verstoren. Dit dient door de VAC beoordeelt te worden of er genoeg ruimte is.
Tijdens de gehele duur van de optocht, ( inclusief het opstellen) mogen de aggregaten niet bijgevuld worden.
Ook wordt er gecontroleerd of er gewerkt is volgens Regionaal afgestemde brandveiligheidsvoorschriften voor optochten. (zie bijlage)
Verder dient er deugdelijk klimmateriaal aanwezig te zijn op een wagen waarop zich personen bevinden op of boven de 3 meter.
Het niet aanwezig zijn van deze middelen betekent niet rijden.
De optocht commissie is bevoegd om na advies van de VAC het meerijden in de optocht te verbieden als de creatie onveilig wordt bevonden.
Het gebruik van alcohol in de optocht is ten strengste verboden. Dit wordt gecontroleerd voor aanvang van het vertrek optocht. Bij aanwezigheid van alcoholische drank in of rondom de wagen, wordt de deelnemer per direct gediskwalificeerd.
Carnavalswagens moet te allen tijde minimaal 2 vluchtwegen hebben. Mocht hier niet aan voldaan worden, zullen personen uit de carnavalswagen gehaald worden. Als hier geen gehoor aan gegeven worden, volgt uitsluiting van deelname door de optochtcommissie.
Blusmiddelen optocht.
a. Op de hoofdwagens (A en B ) dienen, onder handbereik, minimaal 2 blusapparaten aanwezig te zijn met een inhoud van 9 kg poeder of schuim geschikt voor het blussen van branden van het type A, B, en C. De blustoestellen dienen van een rijkskeurmerk te zijn voorzien , overige blustoestellen minimaal 6kg.
b. De blusapparaten dienen jaarlijks gekeurd te zijn ten bewijze waarvan een keuringsbewijs aanwezig dient te zijn.
c. Twee blusapparaten dienen zichtbaar aan te buitenkant bevestigd te zijn.
Optocht
a. Het opstellen van de A en de B wagens, v.a. 12.00-13.15 uur op de daarvoor door de optochtcommissie aangewezen opstel plaatsen, hier wordt dus niet meer opgebouwd, dit moet voor het betreden van de opstelplaats reeds gedaan zijn. De opstelling dient zo te zijn dat hulpdiensten ten alle tijden overal langs kunnen.
b. De grote en kleine groepen opstellen v.a. 13.00 – 13.30 uur (oprijlaan Bovendonk).
c. De optocht start om 14.00 uur.
d. A en B wagens die te laat zijn, (dus na 13.15 uur ) zullen achter de Prinsenwagen rijden, met aftrek van 10 strafpunten.
e. Bij het vast rijden van een wagen beslist de optochtleiding om de wagen uit de optocht te nemen. De wagen kan dan (indien mogelijk) na de prinsenwagen de optocht vervolgen, maar moet wel om 18.00 uur bij de aangewezen plaats waar de ontbinding van de optocht is vastgesteld (Peejenplein) anders volgt diskwalificatie.
f. Het niet opvolgen van aanwijzingen en/of instructies van de optochtleiding zal bestraft worden met 5 strafpunten.
g. Alle acts dienen lopend te kunnen worden uitgevoerd, dit om onnodig oponthoud en gaten tijdens de optocht te voorkomen.
h. Het is verboden om reclame, in welke vorm dan ook, te rijden op de carnavalswagen. Bij constatering van reclame op de wagen volgt diskwalificatie.
i. Het is verboden om tijdens de optocht reparaties aan de creatie uit te voeren, behalve als de veiligheid in het geding komt.
j. Het opstellen gebeurd in omgekeerde volgorde van de uitslag van vorig jaar.
k. Zolang de creatie rijdt en de veiligheid niet in gevaar komt en de optocht niet word belemmerd mag de creatie in de optocht blijven, tot dat de optochtleiding anders beslist.
l. Deelnemers moeten het gehele traject van de optocht afleggen tot aan de plaats van ontbinding van de optocht bij het Peejenplein, anders volgt diskwalificatie.
m. Het start nummer dient zichtbaar te zijn op ELKE creatie tijdens de gehele duur van de optocht en aan het einde bij de eindstreep ingeleverd worden bij de optochtcommissie.
n. Prijsuitreiking zal om plus/minus 18.00 uur in het Kompas gehouden worden
5. Aansprakelijkheid en verzekering
a. Stichting de Peejenzaaiers is op geen enkele wijze aansprakelijk voor door de deelnemers geleden schade en/of voor door de deelnemers, aan derden toegebrachte schade.
b. Iedere deelnemer dient persoonlijk tegen risico’s voor WA verzekerd te zijn.
c. Alle motorvoertuigen, zoals bedoeld in de wet Wettelijke Aansprakelijkheid Motorrijtuigen (WAM), waaronder begrepen auto’s, motoren, vrachtauto’s, bussen, tractoren, bromfietsen etc. dienen volgens de wettelijke bepalingen tegen risico voor Wettelijke Aansprakelijkheid te zijn verzekerd.
d. Stichting de Peejenzaaiers zal nimmer aansprakelijk gesteld kunnen worden voor enigerlei schade als gevolg van een onvolledige controle op de naleving van dit reglement. De verantwoordelijkheid voor de naleving van dit reglement ligt bij de deelnemer zelf. Deelname aan de optocht geschiedt geheel op eigen risico.
Regionaal afgestemde brandveiligheidsvoorschriften voor optochten
- Het voorkomen van brand of andere incidenten.
- De mate van brandbaarheid van de toegepaste materialen is zodanig beperkt, dat de kans op brandvoortplanting voldoende klein is.
- Materiaal toegepast ter plaatse van of in de nabijheid van een potentiële ontstekingsbron (verlichting, energiebron) is zodanig dat, ten gevolge van de in dat materiaal optredende temperatuur veroorzaakt door de potentiële ontstekingsbron, niet gemakkelijk brand kan ontstaan.
- Energievoorzieningen (aggregaten, accu’s, elektra) zijn zodanig opgesteld en worden zodanig gebruikt dat deze niet gemakkelijk brand kunnen veroorzaken.
- Er worden uitsluitend goedgekeurde technische installaties toegepast
- Er wordt uitsluitend goedgekeurde materialen (KEMA-keur en dergelijke) toegepast
- Er zijn geen brandbare vloeistoffen of brandbare gassen aanwezig anders de brandstof in gesloten tanks van voertuigen (tractie) en aggregaten (energievoorziening).
- Er wordt regelmatig gecontroleerd op eventuele brandstoflekkages.
- De hoeveelheid toegepast of aanwezig brandbaar materiaal wordt zoveel mogelijk beperkt.
- Er worden relatief brandveilige materialen toegepast
- Er wordt geen open vuur toegepast
- Er wordt niet gerookt
- Er worden regelmatig controles uitgevoerd gericht op het voorkomen van brandgevaarlijke situaties.
- Het verrichten van brandgevaarlijke werkzaamheden vind niet plaats tijdens het evenement.
- De deelnemers zijn geïnstrueerd over de maatregelen ten aanzien van het voorkomen van brand
- De afmetingen van de voertuigen en aanhangwagens ( Lengte, -breedte, hoogte, draaicirkels) zijn afgestemd op de beschikbare ruimte op de route.
- De voertuigen en aanhangwagens hebben geen scherpe uitstekende delen.
- De wielen van voertuigen en aanhangwagens zijn afgeschermd.
- De voertuigen en aanhangwagens zijn zodanig stabiel dat zij in voldoende mate eventuele negatieve invloeden op de stabiliteit kunnen weerstaan (zoals bij krachtige wind, bij lekke band of bij afbreuk) zodat omvallen of kantelen vrijwel uitgesloten is.
- Voor personen in voertuigen en aanhangwagens zijn beschermingsmaatregelen getroffen om te voorkomen dat zij bekneld kunnen raken tussen bewegende onderdelen van de voertuigen en aanhangwagens.
- Uitlaatgassen van verbrandingsmotoren (van voertuigen of aggregaten) worden zodanig afgevoerd dat personen in of op de voertuigen of aanhangwagens niet worden blootgesteld aan een opeenhoping van uitlaatgassen.
- Het zo snel mogelijk ontdekken van brand of andere incidenten.
- Er worden regelmatig controles uitgevoerd gericht op het (voor)tijdig ontdekken van brand
- Het tijdig ontruimen.
- Toegepaste materialen dragen niet in belangrijke mate bij tot de ontwikkeling van de brand en het ontstaan van rook.
- Voertuigen en aanhangwagens zijn zodanig ingericht dat personen die zich daarin bevinden deze binnen 30 seconden veilig kunnen verlaten. Daarvoor zijn er meerdere mogelijkheden om de het voertuig of de aanhangwagen te verlaten.
- Vluchtroutes voor personen uit voertuigen en aanhangwagens hebben een minimale afmeting van 0,6 x 0,8 m.
- De vluchtroutes worden vrijgehouden.
- Belemmeringen in vluchtroutes, zoals (nood-)Luiken, zijn met een eenvoudige handeling zowel van binnenuit als van buitenaf te openen, zonder dat gebruik gemaakt moet worden van sleutels of andere losse voorwerpen.
- Personen in voertuigen en aanhangers zijn bekend met de vluchtroutes en hebben het tijdig ontruimen beoefend.
- Het publiek bij optochten kan voldoende afstand nemen van een eventuele brand in een voertuig of een aanhangwagen (vluchtmogelijkheden publiek).
- Het blussen van een beginnende brand.
- Er zijn doeltreffende blusmiddelen aanwezig. Doeltreffende blusmiddelen zijn draagbare blustoestellen met een inhoud van tenminste 6 kg blusstof (hoofdwagens A en B 2×9 kg), bijvoorbeeld bluspoeder voor de brand klasse A, B en C of blusschuim.
- De blusmiddelen zijn makkelijk bereikbaar.
- De deelnemers zijn bekend met de aanwezigheid en de plaats van de blusmiddelen
- De deelnemers zijn geïnstrueerd in het gebruik van de blusmiddelen.
- Het zo snel mogelijk melden van de brand aan de alarmcentrale van de brandweer.
- Er zijn voldoende mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen om een brand of een ander incident te melden aan de hulpdiensten.
- De organisatie en de deelnemers kunnen bij de melding de exacte locatie van het incident doorgeven aan de hulpdiensten.
- Het zo snel mogelijk opkomen van de brandweer.
- De route en de infrastructuur in de omgeving van de route zijn zodanig dat deze geen onnodig tijdverlies opleveren voor de opkomsttijd van de hulpdiensten.
- Er is een plan voor het vrijmaken van aanrijdroutes voor de hulpdiensten en het omleiden van het overige verkeer.
- Het zo snel en adequaat mogelijk inzetten van de brandweer.
- Er wordt continue bewaakt dat brandweervoertuigen elk willekeurig punt op de route tot op een afstand van maximaal 40 meter kunnen benaderen.
- De aanwezige bluswatervoorzieningen (brandkranen) blijven bruikbaar
- Het zo snel mogelijk in veiligheid brengen van personen die zich nog in het bedreigde gebied bevinden.
- Het zo snel en adequaat mogelijk blussen/beheersen van de brand of het incident.
- Tussen het samenstellen van voertuigen en aanhangwagens in een optocht wordt continue een minimale afstand vrijgehouden van tenminste 10 meter.
- Het zo snel en adequaat mogelijk voorzien in nazorg.
- In gevallen waarin dit reglement niet voorziet heeft de optochtleiding de beslissende stem. Zijn adviezen dienen opgevolgd te worden.